Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Reliëf, Elisabeth

Voorwerpen Kruisheren

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0020b Reliëf, Elisabeth
Toelichting:
Over het hoog gegord kleed draagt Elisabeth een mantel, die op de rechterschouder is opgebonden. Op het naar links gewende hoofd een met een band vastgehouden sluier. Verondersteld wordt dat zij als ornament tegen de predella van het altaar heeft gefunctioneerd. Op een foto van het Mariaaltaar uit de voormalige kapel zijn de reliëfs van Zacharias en Elisabeth waar te nemen links en rechts van het basement van de expositietroon. Ze hebben hier een stralenkrans om het hoofd en op de tekstbanderol staan de namen geschilderd 'Joachim' en 'Anna'. De beide andere reliëfszijn niet waarneembaar
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Toegeschreven aan Petrus Verhoeven
Plaats vervaardiging:
[Uden]
Materiaal/techniek:
Gebeitst lindenhout
Hoogte in cm:
33,5
Opmerkingen:
In catalogi uit 1986 en 1987 worden de reliëfs A en B geïdentificeerd als Joachim en Anna. Een voor intern gebruik opgestelde lijst van het klooster vermeldt figuur A als Mozes, fig. C als Aäron en de vrouwelijke figuren als waarschijnlijk Elisabeth en Anna. Meer waarschijnlijk is dat de figuren A en B Zacharias en Elisabeth voorstellen. De symboliek van de bij alle figuren voorkomende wetstafelen zou dan wijzen op de overgang van het Oude naar het Nieuwe Testament, van Johannes de Doper naar Jezus van Nazareth. De druiventros, symbool van vruchtbaarheid en belofte, wijst op het in verwachting raken van Elisabeth op latere leeftijd. Het kemelsharen kleed zou kunnen wijzen op de boetvaardigheid van de ongelovige Zacharias én verwijzen naar het optreden van zijn zoon Johannes de Doper. Het harpje bij Jozef zou kunnen wijzen op het Magnificat van zijn echtgenote bij de ontmoeting met Elisabeth of op zijn herdersfunctie, het voedstervaderschap. De harp immmers fungeert als symbool van de herdersfunctie. De reliëfs worden toegeschreven aan de Udense beeldhouwer Petrus Verhoeven op grond van grote gelijkenis van de koppen met die van door hem gesigneerde en soms ook gedateerde beelden (Uden tent. cat. 1987, 158). Petrus Verhoeven (Uden 1729-1816) kan worden beschouwd als een vertegenwoordiger van de late barok. Waar hij werd opgeleid is niet bekend. Antwerpen ligt het meest voor de hand, hoewel ook Kleef, Düsseldorf, Duisburg of Keulen, gezien de onderhorigheid van het land van Ravenstein aan de keurvorsten - niet mogen worden uitgesloten. Zijn zoon Jan, eveneens beeldhouwer van beroep, was tot zijn vijftigste zijn vaders knecht en mocht klaarblijkelijk alleen beelden maken onder diens signatuur. Het oeuvre omvat naast ongeveer zestig heiligenbeelden kerkmeubilair en ornamenten, zoals altaren, tabernakels, orgelkassen, reliekhouders en ttwee monstransen. Verhoeven liet zich leiden door voorbeelden uit zijn omgeving, maar ontwikkelde een eigen variant
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Kruisherenklooster te Uden", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 20 a; L.C.B.M. van Liebergen red., “Honderd jaar Udens college. De geschiedenis van het College van het H. Kruis en wat daaraan voorafging”, tentoonstellingscatalogus Uden 1986, Museum voor Religieuze Kunst, (Informatiebulletin no. 11) (Uden 1986); L.C.B.M. van Liebergen red, “'waer een paradis". Kloosterleven in Brabant na de Reformatie”, tentoonstellingscatalogus Uden 1987, Museum voor Religieuze Kunst (Uden 1987)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Erfgoedstuk