Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Portret Waltherus Peyenenburg osc, prior te Uden

Voorwerpen Kruisheren

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0094 Portret Waltherus Peyenenburg osc, prior te Uden
Toelichting:
Waltherus Peyenenburg, prior te Uden (1747-1773). In ordegewaad met pruik, ten driekwart lijve, een weinig naar rechts gewend en staande aan een tafel. De blik gericht op de beschouwer. Hij wijst met de rechterhand naar de door een raam zichtbare, voormalige Mariakapel en de daaraan gebouwde Latijnse School. De linkerhand rust op een boek dat ligt op een tafeltje met voluutpoot en marmeren blad; hierop ook een bonnet. Aan de bovenzijde een links opgehouden, blauwe draperie. Zwart gelakte lijst met goudkleurige binnenrand. Op de onderrand een koperen plaatje met de naam en de regeerperiode
Datering:
ca. 1760
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Olieverf op doek
Lengte in cm:
123
Breedte in cm:
96
Opmerkingen:
Waltherus Peynenburg of P(e)ynenborgh (1702-1773), geboren 17 september 1702 te Dinther en opgeleid aan de Latijnse School te Gemert. In de jaren 1721 en 1723 kreeg hij er, ondanks het feit dat hij geen Gemertenaar van afkomst was, een studiebeurs. Hij studeerde voorts in Leuven en promoveerde er in 1725 tot licentiaat in de Artes (overigens niet als 'primus van Leuven' of als 'primus academicus', zoals in het verleden vaak is gesuggereerd). Waarschijnlijk is hij kort daarna ingetreden in Uden. In 1743 heeft hij hier de Latijnse School opgericht, welke tot 1879 zou blijven bestaan. Hij werd in 1747 de zevenentwintigste prior van het Udens convent sinds zijn stichting in 's-Hertogenbosch. Deze functie vervulde hij tot aan zijn dood op 16 november 1773, zij het dat hij op aanraden van magister-generaal Lamb. E. (de) Fisen de laatste jaren Adrianus Smits als helper naast zich had. Volgens kroniekgegevens haalde ene 'Hannes Haskes' op 26 augustus 1920 "het schilderij van Waltherus Pijnenburg, de stichter van de Latijnse school" op bij notaris Bijvoet in Berchem (Berghem). Het moest toen nog worden gerestaureerd. Hoogstwaarschijnlijk is het hier beschreven schilderij dat waarvan de kroniek melding maakt
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Kruisherenklooster te Uden", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 94; Hermans 1858, I (2), p. 209, nr.7, II, p. 333; Schutjes 1876, p. 763, p. 764; Voorloopige lijst 1931, p. 336 (drie priorenportretten uit XVIII; een van deze is waarschijnlijk hiermee te identificeren); Uden 1986, p. 7-8, p.9 (afb.1); Cat. tent. Uden 1986, p. 106 (cat. nr. 17), p. 105, afb. 28 (foutieve vermelding van bouwtijd kapel), p. 108, afb. 1; Cat. tent. Uden 1987, p. 159, cat. nr. 113, afb. 249 (foutieve vermelding van bouwtijd kapel); Elsen 1988, p.11; Cat.tent. Ter Apel 1991, p. 38, inv. nr. 28, p. 21 (afb.)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Erfgoedstuk